Leespraat

Bij Leespraat gaat de ontwikkeling van praten en lezen hand in hand. Het kind leert de woorden die hij of zij nodig heeft om te communiceren met de omgeving. Bijna alle kinderen met Downsyndroom hebben moeilijkheden op het gebied spraak. Begrijpen van taal loopt voor op het praten. Het praten wordt bemoeilijkt door problemen met gehoor en het auditief (via horen) verwerken van informatie. Visuele (via zien) informatie wordt over het algemeen veel beter verwerkt. Hier maakt de Leespraat methode gebruik van door de nadruk te leggen op het visuele. Dit gaat steeds vooraf aan het auditieve. Hoe beter het kind kan lezen, hoe beter dit kan worden gebruikt om het praten in zinnen te bevorderen en de uitspraak van klanken en woorden te verbeteren. Er is geen tegenstelling tussen het leren lezen om te leren praten en het leren lezen op school. Alleen de volgorde van aanbieden is anders.